14 mei '25 - Het Waarborgfonds ontvangt een schadeclaim. Het Waarborgfonds vertrouwt de claim niet en gaat op onderzoek uit. Het blijkt een merkwaardige casus met uiteindelijk alleen maar verliezers. Wat was er aan de hand?
Benadeelde diende een verzoek tot schadevergoeding in bij het Waarborgfonds omdat haar auto bij een recreatieplas, in parkeerstand zou zijn aangereden door een onverzekerd motorvoertuig waarvan de bestuurder onbekend gebleven is. Wel was het kenteken bekend. Haar zoon heeft een getuigenverklaring afgegeven waarin hij verklaarde te hebben gezien dat een rode Peugeot 107 met kenteken…, met vaart tegen de auto van zijn moeder gereden was en dat de bestuurder met vaart weggereden is. Hij zou hebben gezien wie het was, maar zegt tegen ons niet wie.
Schade-expert
Ondertussen wordt de schade-expert van DEKRA ingeschakeld en wordt er een brandbrief gestuurd naar de kentekenhouder van het onverzekerde voertuig.
Daar komt het eerste opvallende. De achternaam en het adres zijn exact hetzelfde als de achternaam en het adres van benadeelde en getuige. Zij wisten dus dat de veroorzakende partij geen onbekende onverzekerde partij was. Dit bleek dochter van benadeelde te zijn.
Maar dat was niet alles. De schade-expert van Dekra heeft de schade bekeken en, gezien zijn bevindingen, voorgelegd aan de ongevallenanalist. DEKRA concludeerde dat de schade aan de auto van benadeelde helemaal niet veroorzaakt kon zijn door een aanrijding met een ander motovoertuig, maar dat de schade ontstaan was als gevolg van een aanrijding met een vangrail. Uit Spurfix onderzoek is daarbij ook gebleken dat er geen rode autolak te zien was in de schade van de auto van benadeelde. Spurfix is een forensische sporentape waarmee zowel zichtbare als latente (micro)sporen van verschillende oppervlakten veiliggesteld kunnen worden.
Toedrachtonderzoeker
Gezien de tegenstrijdigheden van de verklaringen en de hoogte van het schadebedrag (ongeveer€ 8.000), werd een toedrachtonderzoeker ingeschakeld. Hij heeft een huisbezoek gebracht aan benadeelde en heeft daar gesproken met benadeelde en haar zoon (getuige). Benadeelde gaf direct aan dat het allemaal anders is gegaan dan zoals ze verklaard heeft bij het Waarborgfonds. Haar dochter zou namelijk haar sleutels stiekem hebben meegenomen en met de auto zijn gaan rijden. Zij heeft geen rijbewijs en een oogafwijking dus had nooit mogen rijden. Nadat de schade-expert aan benadeelde door had laten schemeren dat de schadetoedracht niet klopte, kreeg zij argwaan en heeft zij haar dochter onder druk gezet, die uiteindelijk toegaf dat zij met de auto was gaan rijden en tegen de vangrail was gereden.
De zoon van benadeelde verklaarde dat hij, in tegenstelling tot wat hij in zijn getuigenverklaring bij het Waarborgfonds verklaard had, niet gezien heeft dat zijn zus daadwerkelijk tegen de auto van zijn moeder was aangereden, maar dat hij de schade aan de auto zag en zijn zus vervolgens weg zag rijden in de rode Peugeot 107. Hij heeft haar gebeld en gevraagd wat er was gebeurd. Zijn zus vertelde hem dat zij tegen de auto van hun moeder gereden was met haar auto.
Enige tijd later heeft de toedrachtonderzoeker ook een afspraak gemaakt met de dochter. Zij gaf aan dat zij ook bij de recreatieplas was. Zij was daar echter niet met haar rode Peugeot gekomen, maar was meegereden met een vriendin. Toen zij iets uit de auto van haar moeder ging pakken, is zij samen met haar vriendin een stukje gaan rijden met de auto van haar moeder. Op de terugweg ging het mis en is ze tegen een vangrail aangereden. Zij heeft de auto snel teruggezet en is samen met haar vriendin in de auto van die vriendin weggereden. Toen ze inmiddels in Amsterdam waren, belde haar broer en vroeg wat er gebeurd was. Zij heeft toen tegen hem gezegd dat ze met haar auto tegen de auto van hun moeder gereden was. Ze geeft toe dat ze dit verhaal verzonnen had.
Wat ook opmerkelijk is, is dat de dochter verklaarde dat zij het formulier van de brandbrief samen met haar moeder heeft ingevuld en teruggestuurd heeft naar het Waarborgfonds. Zij heeft inderdaad geen geldig Nederlands rijbewijs, maar is wel de kentekenhouder van de rode Peugeot 107. De eigenaar van deze auto bleek haar stiefvader te zijn, die de auto niet op naam kon zetten.
Conclusie
Alle drie zijn ze geregistreerd in het EVR (Extern Verwijzings Register) en het IRS (Intern Registratie). Ook is van alle drie melding gemaakt bij het CBV (Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit).
Alle onderzoekskosten zijn teruggevorderd bij benadeelde. Als zij direct openheid van zaken had gegeven, hadden wij deze kosten kunnen besparen.
Auteur
Helenie Dekker, Medewerker Speciale Zaken bij de Vereende
