Dekking op de reguliere woonhuisverzekering
Wanneer een woonhuis voor een langere periode leeg staat of grootschalig verbouwd wordt, dan moet dat bij het aangaan van de verzekering of tijdens de looptijd van de verzekering gemeld worden. Als bij de aanvraag hier op het aanvraagformulier geen gerichte vragen over worden gesteld, dan is het toch belangrijk om dit door te geven aan de verzekeraar. Wordt dit niet gedaan, dan bestaat de kans dat de verzekeraar bij schade niet of niet de volledige schade uitkeert. Het woonhuis is namelijk niet in gebruik waarvoor het bedoeld is en hier is de verzekeraar bij het afsluiten van de verzekering wel vanuit gegaan. Bovendien staat in de polisvoorwaarden dat dit soort wijzigingen moeten worden doorgegeven. Uit de praktijk blijkt dat veel verzekeraars het woonhuis niet willen verzekeren als het voor een langere periode leeg staat, in slechte staat verkeert of grootschalig verbouwd wordt.
Waarom is het lastig te verzekeren?
Er zijn meerdere redenen te benoemen waarom verzekeraars niet zo happig zijn om leegstaande gebouwen met een grootschalige verbouwing te verzekeren. Dit heeft natuurlijk voor een groot deel te maken met het feit dat het risico op schade groter is dan een regulier bewoond woonhuis. Voor de volledigheid zal ik een paar risico’s benoemen. Een leegstaand vervallen gebouw nodigt eerder uit tot vandalisme of brandstichting. Wanneer een gebouw leeg staat, is er minder toezicht. Als er dan iets gebeurt waardoor schade ontstaat, is er niemand om dat te signaleren en wordt er dus geen actie ondernomen om de schade te beperken. Ook is bij een slecht onderhouden gebouw de elektra vaak niet meer in orde waardoor de kans op kortsluiting groter wordt. En natuurlijk kan er schade ontstaan door de bouwwerkzaamheden die in het pand plaatsvinden. Dit kan zijn door brandgevaarlijke werkzaamheden tijdens de verbouwing of door kortsluiting in de (verkeerd geïnstalleerde) elektrische installatie.
Naast het grotere risico op schade zal misschien ook het kostenaspect een rol spelen voor verzekeraars. Een verzekeraar heeft immers meer informatie nodig en het zal meer tijd kosten om het risico te beoordelen dan voor het verzekeren van een regulier bewoond woonhuis. Daarbij loopt een verzekeraar het risico dat er relatief weinig premie tegenover staat: Na de verbouwing kan iedere verzekeraar de woning immers weer gewoon verzekeren en kan de klant dus weer sneller gaan shoppen voor een goedkopere verzekering of tegen betere voorwaarden elders.
Er is sprake van een grootschalige verbouwing, waarom is een CAR-verzekering geen (volledige) oplossing?
Een CAR-verzekering, ofwel een Construction All Risk verzekering, wordt door veel aannemers en bouwbedrijven afgesloten voor schade veroorzaakt tijdens de bouw of verbouw van een pand. Een CAR-verzekeraar zal normaal gesproken schade aan ‘het werk’ verzekeren. Een brand in het pand is dus verzekerd onder een CAR-verzekering. Het probleem hierbij is alleen dat ‘het werk’ verzekerd is en niet de bestaande eigendommen van de klant zoals de bestaande woning. De bestaande woning kan wel weer apart worden meeverzekerd onder de CAR-verzekering. Maar hierbij is brand vaak uitgesloten. En dat is net het grootste risico wat de klant loopt. Daarbij is de eigenaar van het pand altijd afhankelijk van de verzekering die de aannemer heeft gesloten en of de aannemer de premie op tijd heeft betaald en de verzekering niet tussentijds is opgezegd. Voor de volledigheid moet hierbij gezegd worden dat tegenwoordig niet alleen bouwbedrijven en aannemers een CAR-verzekering kunnen afsluiten, maar ook particulieren die in (deels) eigen beheer hun huis verbouwen. Hierbij geldt alleen vaak ook weer dat brandschade aan het bestaande gebouw is uitgesloten.
Welke oplossing kunnen wij bieden?
Wij kunnen het woonhuis dat wordt verbouwd verzekeren tegen brand- en stormschade. Wanneer de buitenkant van de woning in een slechte staat verkeert, kunnen wij (als wij het verzekeren), uitsluitend een dekking bieden tegen brand. Wat niet vergeten mag worden, is dat het verzekerde bedrag hoog genoeg moet zijn. Dus niet alleen bij aanvang van de verbouwing, maar ook tijdens de verbouwing en wanneer de verbouwing is afgerond. De verzekerde waarde van de woning stijgt immers met de vordering van de verbouwing. Daarom houden we als verzekerd bedrag de herbouwwaarde aan na verbouwing. Ook verzekeren wij uiteraard brandschade die verband houdt met de verbouwing. Wel stellen we bij grootschalige constructieve verbouwingen als voorwaarde dat er naast de woonhuisverzekering ook een CAR-verzekering moet lopen. In die gevallen geven we een secundaire dekking voor brandschade die verband houdt met de verbouwing. Met andere woorden, de CAR-verzekering gaat voor op de woonhuisverzekering.
Auteur
Ralph Rugers, Acceptant