Achtergrond van het faillissement van Conservatrix
Op 8 december 2020 heeft de rechtbank Amsterdam het faillissement uitgesproken van levensverzekeraar Nederlandsche Algemeene Maatschappij van Levensverzekering “Conservatrix” N.V. (hierna: Conservatrix). Conservatrix is een kleine tot middelgrote levensverzekeraar met ongeveer 71 duizend verzekeringen en een totaal aan uitstaande verplichtingen van ± 800 miljoen. Er was sprake van een kwetsbaar bedrijfsmodel omdat er in het verleden levensverzekeringen zijn verkocht met een relatief hoog gegarandeerd eindkapitaal en een winstdelingsregeling die was gekoppeld aan de hypotheekportefeuille van Conservatrix. De kenmerken van deze hypotheekportefeuille maakten het echter onzeker of de noodzakelijke rendementen konden worden gerealiseerd en hebben geleid tot aanhoudende zorgen over de waardering van de verplichtingen die voortvloeien uit de levensverzekeringen van Conservatrix.[1] Sinds 2014 liep er interventiestrategie van DNB om de financiële buffers van Conservatrix te verbeteren.
Toelichting vier momenten als genoemd in de uitspraak
Eerste moment
Op instructie van DNB bood Conservatrix per begin 2015 geen verzekeringsproducten meer aan.[2] In de uitspraak van de commissie is dit het eerste moment dat de tussenpersoon volgens de consument had kunnen vermoeden dat de financiële situatie van Conservatrix niet goed was.
Tweede moment
DNB heeft Conservatrix begin 2016 meegedeeld dat zij een overdrachtsplan in de zin van artikel 3:159c Wft voorbereidt. De rechtbank Amsterdam heeft op 15 mei 2017 het door DNB voorbereide overdrachtsplan goedgekeurd en de overdrachtsregeling uitgesproken ten gevolge waarvan Trier Holding B.V. met aandeelhouder Eli Global Group de aandelen van Conservatrix tegen betaling van €1,- heeft overgenomen. [3]
Derde moment
Na het faillissement van levensverzekeraar Vie d’Or werd in 2001 het vangnet voor levensverzekeraars ingevoerd. Op 1 januari 2019 is deze opvangregeling afgeschaft.
Vierde moment
Volgens de consument is van het vierde moment sprake toen in de zomer van 2020 bleek dat de solvabiliteit van Conservatrix nog steeds niet op orde was en de Stichting Polishouders Conservatrix alle assurantieadviseurs zou hebben aangeschreven met het verzoek de polishouders van Conservatrix te informeren.
[1] Brief DNB aan Minister van Financiën d.d. 08-12-2020, Feitenoverzicht inzake faillissement Conservatrix, pagina 2
[2] Arrest Hoge Raad, ECLI:NL:PHR:2019:184, r.o. 1.7
[3] Rechtbank Amsterdam 15-05-2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:3309
De casus en de beoordeling van de klacht door de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening
De consument heeft op advies van de tussenpersoon twee garantieverzekeringen met een garantiekapitaal op de einddatum bij Conservatrix afgesloten. De consument heeft zich er bij het KiFiD over beklaagd dat de tussenpersoon in de periode voorafgaand aan het faillissement heeft verzuimd hem proactief te adviseren om zijn belangen veilig te stellen, hoewel er bovengenoemde vier momenten zijn geweest waarop duidelijk was dat de vermogenspositie van Conservatrix verslechterde. Volgens de consument heeft de tussenpersoon zijn zorgplicht geschonden. De curatoren van Conservatrix hebben aangegeven dat rekening moeten worden gehouden met een verlies van 30%, wat in dit geval een schade van € 19.275,- voor de consument zou betekenen. Voor deze schade wordt de tussenpersoon door de consument aansprakelijk gehouden.
De commissie is van oordeel dat de op de assurantietussenpersoon rustende zorgplicht niet zo ver strekt dat deze op de genoemde vier momenten met de consument contact had moeten opnemen om te bezien of maatregelen moesten worden getroffen om de belangen van de consument veilig te stellen. Op deze momenten, afzonderlijk en in onderlinge samenhang, bezien, was het voor de tussenpersoon niet voorzienbaar dat Conservatrix failliet zou gaan. Hierbij heeft de commissie aangegeven dat de vraag of de tussenpersoon contact met de consument had moeten opnemen niet mag worden beoordeeld in het licht van de kennis die achteraf is verkregen.
Wat betreft de door de consument genoemde vier momenten legt de commissie uit dat de twee maatregelen in 2015 en 2017 met oog op de belangen van de klanten van Conservatrix zijn genomen, de afschaffing van het financieel vangnet voor levensverzekeraars in 2019 op geen enkele wijze samenhangt met de positie van Conservatrix en de berichtgeving in 2020 over de slechte solvabiliteit voor de tussenpersoon geen aanleiding hoefde te zijn om contact met de consument op te nemen aangezien een faillissement niet voorzienbaar was.
De klacht van de consument is ongegrond verklaard en het gevorderde is afgewezen.
Recente ontwikkelingen
Onlangs is bekend geworden dat vanaf 1 december 2021 het tussentijdse uitkeringspercentage voor polishouders in geval van een verzekerd voorval wordt verhoogd van 70% naar 80%.
BAVAM-polis
Zoals wij eerder hebben aangegeven, willen wij onze verzekerde assurantietussenpersonen graag helpen hoewel er formeel geen dekking onder de BAVAM-polis is voor claims die voortvloeien uit het faillissement van een verzekeraar. Wij kunnen u voorzien van een conceptbrief waarmee u de aansprakelijkheid kunt afwijzen. Deze brief kunt overnemen op uw eigen briefpapier en uit eigen naam versturen aan uw klant. Uw kunt deze aanvragen via [email protected].
Wanneer u beschikt over een zakelijke rechtsbijstandverzekering raden wij u aan om daarop een beroep te doen.
Auteur
Sandra Groen, Senior jurist beroepsaansprakelijkheid